Historisch Zoetermeer

| Bureau Citymarketing

22 t/m 24 september Festival Historisch Zoetermeer

De geschiedenis van Zoetermeer voor jong en oud!

Ieder jaar in september kun je de duizendjarige geschiedenis van Zoetermeer beleven. Bezoek de kampementen, geniet van de live muziek, verbaas je over het riddertoernooi en beleef spectaculaire shows en de historische markt!

Festival Historisch Zoetermeer is gratis te bezoeken

Meer informatie

Het Zoetermeer (en waar is het gebleven?)

Zoetermeer: de naam van de stad verraadt gelijk al de oorsprong. De eerste bewoners vestigden zich namelijk rond het jaar 1000 aan de oevers van een zoetwatermeer middenin een groot moeras.

Waarom kozen zij voor een plekje omgeven door wildernis? Mogelijk zochten ze een veilige plek voor de invallen van de Vikingen.

De eerste bewoners voeren waarschijnlijk over de vele veenstroompjes vanaf de Oude Rijn naar het meer. Daar leefden ze van de visserij en de eerste ontginningen.

Hoe we dat weten? Dankzij zogenoemde daliegaten. De drassige veengrond was namelijk niet heel vruchtbaar. Maar de bewoners wisten daar wel wat op. Ze mengden de veengrond met kalkrijke zeeklei. Om die te bereiken moesten ze wel 5 tot 6 meter diep in het veen graven. Vervolgens gooiden ze deze gaten dicht met veen en huisafval.

Meerbloem en mattenklopper: het gemeentewapen van Zoetermeer

Elk dorp en elke stad heeft een gemeentewapen, zo ook Zoetermeer. Drie gouden meerbloemen – oftewel waterlelies – op een azuurblauwe achtergrond. Twee gouden leeuwen houden het schild vast en boven het wapen prijkt een gouden kroon.

Dit is sinds 14 december 1937 het wapen van Zoetermeer. De gemeente was toen toe aan een nieuw ontwerp, aangezien Zoetermeer en Zegwaart twee jaar daarvoor waren gefuseerd tot de huidige gemeente. Daarvoor had Zoetermeer een wapen dat al veel op het huidige wapen leek.

Waar op het wapen van nu drie aparte meerbloemen zijn te zien die strak omhoog groeien, daar groeiden op het oude wapen drie bloemen uit dezelfde stam. Ook hier waren de meerbloemen van goud, op een azuurblauwe achtergrond.

Een ridder, een slotgracht en een ruïne: kasteel Palenstein

We gaan terug naar het jaar 1398, als ‘Palensteyn’ voor het eerst opduikt in de archieven. Ridder Willem van Egmond is op dat moment eigenaar van een versterkte woning met slotgracht en boomgaard op deze plek. Hij liet waarschijnlijk ook het kasteel bouwen. Van hieruit bestuurde hij het ambacht Zegwaart.

Het kasteel, dat op een verhoogd terrein lag, bleef dankzij vererving in de familie. In 1427 kwam het zo in bezit van Willem II, die het kasteel uitbreidde. Anderhalve eeuw later trad het verval in. De eigenaren woonden inmiddels in andere bezittingen. In 1568 werd kasteel ‘Palesteyn’ omschreven als een ruïne met een gracht, twee huisjes en twee kamers.

Weer een eeuw later werd naast de ruïne een flink huis gebouwd, ’t Huis te Palensteyn. De familie Osy liet dit in de achttiende eeuw flink opknappen. In 1781 ontving Joan Osy, dan ambachtsheer van Zegwaart en Zoetermeer, de Duitse keizer op Palensteyn. Hij was in Holland om onder meer de drooggemaakte polders van Zegwaart te bewonderen.

Waarom de Slag bij Zoetermeer cruciaal was voor het Leids ontzet

Het Ontzet van Leiden op 3 oktober 1574 was een keerpunt in de Tachtigjarige Oorlog. Als Leiden in handen van de Spanjaarden was gevallen, was de opstand tegen de Spaanse koning mogelijk mislukt. Om Leiden te bevrijden, moesten de Geuzen met hun vloot wel eerst de Slag bij Zoetermeer winnen.

De situatie voor de Geuzen was niet best. De Spanjaarden hadden bijna heel Zuid-Holland in handen. Willem van Oranje besluit dat het tijd is voor drastische maatregelen: hij laat op 3 augustus 1574 een groot deel van de provincie onder water zetten.

De Geuzen bereiden zich voor om met een vloot over het ondergelopen land naar Leiden te varen. Vanuit het zuiden voeren zij richting het Zoetermeerse Meer. Zij hadden echter geen rekening gehouden met de Voorweg in Zoetermeer. Die hield het water tegen én op deze plek hadden de Spanjaarden een verdedigingslinie aangelegd. Het lukte de Geuzen daardoor niet om de enige verbinding tussen de polder waar de vloot lag en het Zoetermeerse Meer te veroveren.

Lokale bewoners kwamen met een oplossing: omvaren via Zegwaart. Daar groeven de Geuzen een gat in de Zegwaartseweg, waarna ze het Zoetermeerse Meer wisten te bereiken. De Spanjaarden waren totaal verrast en trokken zich terug uit Zoetermeer. Vanaf dat moment lag de weg – of eigenlijk het water – naar Leiden open en kon de vloot doorvaren om de stad te ontzetten.